mw. mr. M. Hille Ris Lambers (Margriet) | 9 juli 2015
Eerste gerechtelijke uitspraken verplichte aanzegtermijn bij beeindiging van tijdelijke arbeidsovereenkomsten
De Wet Werk en Zekerheid (artikel 7:668 lid 1 BW) verplicht werkgevers sinds 1 januari 2015 om hun werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst van zes maanden of langer uiterlijk één maand tevoren schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van hun arbeidsovereenkomst.
Inmiddels is de eerste jurisprudentie gepubliceerd over dit onderwerp.
Werkgever kan al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst aan zijn aanzegverplichting voldoen.
In deze uitspraak ging het om een aanzegverplichting die voortvloeide uit een CAO. De WWZ was op dat moment nog niet in werking getreden, maar de rechtbank stelde dat haar oordeel niet anders zou zijn indien artikel 7:688 BW wèl in werking was getreden.
Deze uitspraak is ook in lijn met de uitspraak van de minister dat het (binnen de kaders van de betreffende wettelijke bepaling) aan de werkgever is op welk moment hij de werknemer informeert over zijn voornemen om de arbeidsrelatie voort te zetten door het aanbieden van een nieuwe arbeidsovereenkomst.
Rechtbank Midden-Nederland 13 mei 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:3201
De aanzegging dient schriftelijk te worden gedaan. Daaronder wordt ook een what’s app bericht verstaan.
De rechtbank Den Haag heeft in mei van dit jaar geoordeeld dat de aanzegging schriftelijk dient te geschieden. De werkgever had in deze zaak een mondelinge aanzegging gedaan. Die achtte de rechtbank niet rechtsgeldig. Dit ondanks het feit dat de werkneemster erkende dat de aanzegging was gedaan en de werkgever over geluidsopnamen van het betreffende gesprek beschikte. Een verrassende uitspraak is dit echter niet. Artikel 7:668 lid 1 bepaalt immers dat de werkgever de werknemer schriftelijk dient te informeren.
Opvallender is de uitspraak van rechtbank Amsterdam van juni 2015. Hierin gaat het om partijen die een arbeidsovereenkomst hebben gesloten voor de duur van zes maanden met als ingangsdatum 1 november 2015 en als einddatum 30 april 2015. In februari ontstond er een conflict tussen werknemer en werkgever. Op 25 februari 2015 stuurde de werkgever het volgende bericht aan werknemer:
“Ik ga je nu 2 keuzes geven (…) 1. We gaan normaal uit elkaar. Ik stel een ontbinding van het contract, je tekent die, je krijgt je salaris maand februari uitbetaald, inclusief vakantie. 2. Ik ga ontslag aanvragen bij UWV en ontbinding contract per 6 februari.”
Het bericht van de werkgever is warrig en juridisch onjuist. Aannemelijk is dat de werkgever in de eerste plaats beoogde een beëindiging met wederzijds goedvinden middels een beëindigingsovereenkomst voor te stellen en in de tweede plaats toestemming voor ontslag had willen vragen bij het UWV. Via de laatstgenoemde weg had overigens het dienstverband nooit met terugwerkende kracht per 6 februari 2015 kunnen eindigen, maar dat terzijde.
De rechtbank komt tot het oordeel dat in dit bericht te lezen is dat de werkgever het dienstverband wilde beëindigen en dat daaruit volgt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst na 30 april niet wilde voortzetten. Omdat werknemer (eveneens per what’s app) heeft gereageerd op het bericht, mag er op worden vertrouwd dat het bericht werknemer bereikt heeft, zodat er van kan worden uitgegaan dat werkgever aan zijn aanzegverplichting heeft voldaan.
Uit het oordeel van de rechtbank blijkt wel dat de wijze waarop de aanzegging gedaan wordt vormvrij is. De rechtbank achtte het voldoende dat uit het bericht van de werkgever blijkt dat hij de arbeidsovereenkomst niet wil voortzetten.
Let op: van belang is wel dat het schriftelijke bericht van de werkgever de werknemer heeft bereikt. De bewijslast ligt bij de werkgever. Het is derhalve aan te raden om de aanzeggingsbrief aangetekend te versturen en bij e-mailberichten een leesbevestiging mee te zenden.
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBOT:2015:3883
Rechtbank Amsterdam 10 juni 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:3968
mw. mr. M. Hille Ris Lambers (margriet)
arbeidsrecht | overeenkomstenrecht
Margriet heeft gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht, richting privaatrecht en is beëdigd als advocaat in 2003. Margriet kan u op heldere en deskundige wijze bijstaan bij alle geschillen en vraagstukken op het gebied van arbeidsrecht voor zowel ondernemers als particulieren.
Bank mag coffeeshophouder zakelijke rekening niet weigeren
door Ariens | 16 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bank beëindigt de privérekening en de zakelijke rekeningen van een man die een coffeeshop heeft. Dat had niet gemogen, oordeelt het gerechtshof.
De man heeft al decennialang een privérekening bij een bank. Sinds 2003 had hij daar
Benadelingsverbod beschermt bonafide klokkenluider tegen ontbinding arbeidsovereenkomst
door Ariens | 16 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om
Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 8 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.
Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die
Wetsvoorstel tegen discriminatie op arbeidsmarkt strandt in Eerste Kamer
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel dat discriminatie op de arbeidsmarkt moet voorkomen op 26 maart 2024 verworpen. Er is twijfel over het effect van de wet en er wordt gevreesd voor te veel regeldruk voor bedrijven.
Het wetsvoorstel ‘Toezicht
Tussenpersoon was vertegenwoordigingsbevoegd
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Regelmatig doen bedrijven of instellingen zaken met elkaar via een tussenpersoon of vertegenwoordiger. De vraag is of deze een volmacht heeft om namens een partij op te treden, en of die partij gebonden is aan een overeenkomst die de
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
Gedupeerden van mogelijke beleggingsfraude zien vele miljoenen verdampen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Enkele beleggers zien hun bij een vrouw in beheer gegeven miljoenen in rap tempo verdampen, nadat zij is gearresteerd op verdenking van onder meer oplichting. In kort geding eisen zij dat de Staat de vrouw tijdelijk weer laat handelen om de verliezen
Geen vereenzelviging van aandeelhouder met bv
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een leninggever leent een bedrag aan een besloten vennootschap (bv). Hij sluit ook een privélening met de directeur en enig aandeelhouder van deze bv. Bij die privélening wordt geen termijn voor terugbetaling afgesproken. Tegelijkertijd
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort