
Flexibilisering van het B.V.-recht per 1 oktober 2012
U bevindt zich hier: home > actueel
mr. A.J.P. Ariëns (Alfons) | 28 januari 2013
Flexibilisering van het B.V.-recht per 1 oktober 2012
Per 1 oktober 2012 was het eindelijk zover; het B.V.-recht is ingrijpend gewijzigd. Het doel van de wijzigingen is om de regels voor de B.V. te vereenvoudigen en de stugheid ervan weg te nemen. De nieuwe wettelijke bepalingen beogen meer vrijheid van inrichting van statuten en een eenvoudiger systeem van crediteurenbescherming te brengen. In dit artikel zullen enkele in het oog springende wijzigingen worden aangestipt.
De bekende eis van het verplichte minimumkapitaal van € 18.000,- om een B.V. op te kunnen richten wordt afgeschaft. Ook het verplichte maatschappelijke kapitaal gaat op de schop. Wat blijft daarvan dan nog over? Weinig: als minimumeis komt te gelden dat ten minste één aandeel met stemrecht moet worden gehouden door een ander dan de B.V. In concreto houdt dat in dat straks een B.V. kan worden opgericht met slechts één geplaatst aandeel van € 0,01. En dat aandeel behoeft zelfs niet meteen te worden volgestort.
Bank- en accountantsverklaring
Ook de verplichte bankverklaring in geval van storting op aandelen in geld bij de oprichting wordt afgeschaft. Hetzelfde geldt voor de verplichte accountantsverklaring in geval van inbreng in natura. Met deze wijzigingen komt de verantwoordelijkheid voor daadwerkelijke inbreng van kapitaal primair bij het bestuur te liggen. Verder wordt de mogelijkheid om aandeelhouders bij de statuten verplichtingen op te leggen verruimd. Veel afspraken die nu worden verankerd in een aandeelhoudersovereenkomst kunnen een plek krijgen in de statuten. Een in het oog springende wijziging betreft het afschaffen van de momenteel verplichte blokkeringsregeling. Binnen bepaalde grenzen is men vrij een eigen blokkeringsregeling op te stellen waarin bijvoorbeeld een mechanisme van prijsbepaling is opgenomen.
Uitkeringstest en persoonlijke aansprakelijkheid
Naast het afschaffen van verschillende regels worden er ook nieuwe regels ingevoerd. Indien er enige uitkering wordt gedaan ten laste van de B.V. moet een zogenoemde uitkeringstest worden uitgevoerd. Het bestuur dient dan te beoordelen of de B.V. als gevolg van deze uitkering kan blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Bij die beoordeling dienen – afhankelijk van de specifieke omstandigheden – de liquiditeit, de solvabiliteit en de rentabiliteit in ogenschouw te worden genomen. In beginsel dient men één jaar vooruit te kijken. Bij het te lichtvaardig instemmen met het doen van uitkeringen riskeren de bestuurders persoonlijke aansprakelijkheid. In geval van een faillissement zal de curator de bestuurder aanspre- ken bij handelen te kwader trouw. Ook hier wordt een appel gedaan op de verantwoordelijkheid van het bestuur.
Laat u tijdig adviseren
Het bovenstaande betreft een greep uit een fors aantal wijzigingen van groot en klein formaat. Laat u zich tijdig adviseren over mogelijke gevolgen in uw eigen onderneming!
mr. A.J.P. Ariëns (Alfons)
CONTACTGEGEVENS