Tijdens een opdracht raakt een aannemer arbeidsongeschikt. Hij kan het werk niet afronden en loopt daardoor inkomsten mis. Kan hij dat verhalen op de opdrachtgever?

Een zelfstandige aannemer verricht in opdracht van een ander werkzaamheden in een hotel. Enkele weken na de start daarvan wordt hij tijdens het werk getroffen door een herseninfarct. Omdat hij niet meer kan werken, schakelt de opdrachtgever iemand anders in. De opdrachtgever betaalt de eerste aannemer 70 procent van de overeengekomen offertebedragen, maar dat vindt de aannemer te weinig. Hij wil nog € 90.457 voor reeds verrichte werkzaamheden en voor gemiste inkomsten. De opdrachtgever wil juist een schadevergoeding – nu een ander het werk heeft moeten afronden – en geld terug, dat is betaald terwijl de aannemer het werk niet heeft afgerond.

Alsnog betalen

De aannemer heeft 70 procent van de afgesproken aanneemsom ontvangen, maar vordert ook de overige 30 procent. Hij stelt dat 90 procent van het werk klaar was toen hij uitviel. Volgens de opdrachtgever was het 80 procent, maar hij licht dat niet toe. De rechtbank Amsterdam gaat daarom uit van voltooiing van de overeengekomen werkzaamheden voor 90 procent. Die laatste 20 procent moet de opdrachtgever alsnog betalen.

Misgelopen inkomsten

De aannemer wil ook nog betaling van misgelopen inkomsten. Over betaling bij uitval zijn geen afspraken gemaakt, zodat de regeling uit het Burgerlijk Wetboek leidend is. Daarin staat dat wanneer een aannemer duurzaam arbeidsongeschikt wordt, ieder der partijen de overeenkomst kan beëindigen als hij daar een redelijk belang bij heeft. Voor het reeds verrichte werk en de gemaakte kosten is de opdrachtgever dan een naar redelijkheid te bepalen vergoeding verschuldigd.

Samenwerking beëindigd

In deze zaak was het voor beide partijen duidelijk dat de aannemer na zijn herseninfarct geruime tijd niet zou kunnen werken en dat de opdrachtgever daarom derden moest inschakelen om het werk af te ronden. Daarmee was de samenwerking feitelijk beëindigd. Op grond van de wet heeft de aannemer dan recht op betaling van de door hem verrichte werkzaamheden en de gemaakte kosten. Dat houdt tevens in dat de opdrachtgever de facturen voor de misgelopen inkomsten niet hoeft te betalen.

Schade

Nu de aannemer niet meer kon werken, moest de opdrachtgever een andere aannemer inhuren. De opdrachtgever wil dat de eerste aannemer die schade vergoedt, maar de rechtbank wijst dat af. Bepaalde werkzaamheden waren niet door de aannemer geoffreerd, zodat deze niet voor zijn rekening hoeven te komen. Er is geen causaal verband tussen deze kosten en de uitval van de aannemer. Ook maakt de opdrachtgever niet duidelijk dat hij door het uitvallen van de aannemer méér kosten heeft moeten maken dan hij had gemaakt als de aannemer zijn werkzaamheden had afgemaakt. Deze kosten komen gewoon voor rekening van de opdrachtgever.

ECLI:NL:RBAMS:2023:7395

Bron:Rechtbank Amsterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBAMS:2023:7395 C/13/727931 / HA ZA 23-33 | 14-11-2023