Werkneemster bij een juridisch adviesbureau, in dit geval zeer toepasselijk “Juridisch Geschil B.V.” geheten, wordt na ruim 2 maanden dienstverband door haar werkgever “per morgen” op staande voet ontslagen met de mededeling “Verdere details volgen”.

De feiten

De betreffende werkneemster was op 11 februari 2016 bij Juridisch Geschil B.V. in dienst getreden als juridisch adviseur. Op 14 april 2016 heeft de directeur van Juriodisch Geschil  werkneemster op non-actief gesteld en hara opgedragen om de volgende dag haar kantoorsleutels in te leveren en haar persoonlijke spullen af te halen. Toen werkneemster op 15 april 2016 op kantoor verscheen om haar sleutels in te leveren, vond de Directeur dat echter niet meer nodig en gaf hij aan dat zij gewoon kon komen werken. Werkneemster heeft zich vervolgens ziek gemeld. Op 17 april 2016 is werkneemster per e-mail “per morgen” op staande voet ontslagen met de mededeling “Verdere details volgen”. Werkneemster verzoekt Juridisch Geschil te veroordelen tot betaling, binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking, van onder meer een billijke vergoeding ad € 40.000,- een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging ad € 7.734,38 en achterstallig salaris ad € 10.504,02. Voorts verzoekt werkneemster Juridisch Geschil te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 500,- voor elke dag dat zij op enig onderdeel niet tijdig aan de veroordeling voldoet. Juridisch Geschil, is niet ter zitting van de Kantonrechter verschenen.

Oordeel Kantonrechter Haarlem

De Kantonrechter wijst alle vorderingen van werkneemster toe, met uitzondering van  de dwangsom, nu op grond van het bepaalde in artikel 611a lid 1 Rv een dwangsom niet kan worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom. Ook ten aanzien van de vordering tot het verrichten van de wettelijke inhoudingen en het overleggen van een specificatie acht de kantonrechter geen termen aanwezig voor het oplegging van een dwangsom. De kantonrechter wijst het verzoek om betaling van een billijke vergoeding ad € 40.000 bruto, een gefixeerde vergoeding ad € 7.734,38 bruto en achterstallig salaris toe.

Noot

De Haarlemse Kantonrechter straft het onoirbare gedrag van werkgever af door de werkneemster, die slechts ruim 2 maanden bij het bedrijf had gewerkt, een billijke vergoeding toe te kennen van maar liefst € 40.000,-, oftwel bijna 8 maanden salaris. Hoewel dat niet met zoveel woorden in de uitspraak te lezen staat, ligt het voor de hand aan te nemen dat de hoogte van de billijke vergoeding met name is ingegeven door de wens van de Kantonrechter om de werkgever te straffen voor zijn ernstig verwijtbare handelen. Het lijkt erop dat daarmee het uit de Verenigde Staten bekende begrip “punitive damage” ook in het Nederlandse arbeidsrecht wordt geïntroduceerd.