- mr. B. Cornelissen (Bernard) | 14 juni 2018
Recht op bonus ondanks finale kwijting in vso
Het Hof in s’-Hertogenbosch oordeelde op 5 juni jl. dat een finale kwijtingsclausule in een beëindigings- c.q. vaststellingsovereenkomst niet tot gevolg heeft dat de werknemer zijn recht op een bonusuitkering en een loonsverhoging verliest. Dat werknemer zijn taak onvoldoende had vervuld achtte het Hof onvoldoende onderbouwd.
De feiten
De werknemer in kwestie was op 1 mei 1999 in dienst getreden bij Motors Europe B.V., waar hij laatstelijk heeft gewerkt in de functie van Senior Marketing & Sales Specialist. Werkgever heeft in februari 2015 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De partijen hebben vervolgens overleg gevoerd. Dat overleg heeft geleid tot een door partijen gesloten en op 31 maart 2015 ondertekende vaststellingsovereenkomst. Bij brief van mei 2015 heeft werkgever aan werknemer meegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor een salarisverhoging en evenmin voor een bonus. Op grond van de vaststellingsovereenkomst is de arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2015 geëindigd. De werknemer vordert betaling van een bedrag van ruim € 7.000,– bruto in verband met een niet toegekende bonus over het fiscale jaar 2014 en een bedrag van iets minder dan € 600,– bruto in verband met een niet toegekende salarisverhoging over de periode van 1 april 2015 tot 1 augustus 2015. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen. afgewezen.
Oordeel Hof ‘s-Hertogenbosch
Volgens het Bossche Hof heeft de werknemer door het aangaan van de vaststellingsovereenkomst zijn eventuele aanspraak op een bonus niet prijsgegeven, maar juist behouden. Dat volgt uit de tekst van de arbeidsovereenkomst en de vaststellingsovereenkomst, in onderling verband bezien. Deze taalkundige uitleg komt overeen met hetgeen de partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs over en weer hebben moeten begrijpen en met hetgeen zij dienaangaande van elkaar mochten verwachten. Als werkgever aan werknemer desondanks zijn eventuele aanspraak op een bonus over het jaar van 1 april 2014 tot en met 31 maart 2015 had willen ontnemen, had hij dat duidelijk in de vaststellingsovereenkomst moeten opnemen. Werkgever heeft in het geding bij de kantonrechter als primair verweer betoogd dat de door werknemer gevorderde bedragen niet toewijsbaar zijn omdat de partijen elkaar in artikel 17 van de vaststellingsovereenkomst finale kwijting hebben verleend. Het hof is evenals de kantonrechter van oordeel dat het verweer geen doel treft. De partijen zijn op grond van artikel 17 van de vaststellingsovereenkomst pas gekweten na uitvoering van en met inachtneming van het in de vaststellingsovereenkomst bepaalde. Er moet dus eerst afgerekend worden over de periode tot aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Pas nadien zijn de partijen finaal gekweten. Het hof zal de door werknemer gevorderde bonus alsnog toewijzen. Werkgever heeft in de gedingstukken wel gesteld dat werknemer zijn taak niet goed heeft vervuld, maar werkgever blijft bij de onderbouwing van die stelling steken in algemeenheden zonder zijn stelling met voldoende concrete voorbeelden te staven. Het hof concludeert daarom dat werkgever zijn beslissing om de business target score van werknemer te waarderen op 0% en de daarop gebaseerde beslissing om aan werknemer geen bonus toe te kennen onvoldoende heeft onderbouwd. Daar komt bij dat werkgever niet, zoals in zijn brochure over de PMC (Performance Management Cycle) voorgeschreven, in de loop van het jaar samen met werknemer heeft geëvalueerd in hoeverre hij op koers lag met de realisatie van zijn target, en hem dus ook niet in de gelegenheid heeft gesteld om een eventueel door werkgever gesignaleerd onvoldoende presteren te corrigeren. Dit was vanuit een oogpunt van goed werkgeverschap wel van werkgever te vergen. Werkgever heeft gesteld dat de praktijk op dit punt nu eenmaal weerbarstiger is dan de theorie – met andere woorden: dat dergelijke tussentijdse evaluaties er in de praktijk nu eenmaal regelmatig niet van komen – maar dat is een gegeven dat naar het oordeel van het Hof in beginsel voor rekening en risico van werkgever behoort te blijven. Uit de brief van mei 2015 blijkt dat werkgever de beslissing om aan werknemer een loonsverhoging te onthouden met name heeft gebaseerd op de aan werknemer toegekende business target score van 0%. Zoals het hof hiervoor ten aanzien van de bonus al heeft overwogen, kan die beslissing geen stand houden. Dat brengt mee dat ook de weigering van de salarisverhoging geen stand kan houden.
Noot
De uitspraak van het Bossche Hof is te vinden op Rechtspraak.nl onder ECLI:NL:GHSHE:2018:2367. Het is inmiddels vaste rechtspraak dat een vaststellingsovereenkomst, en ook een daarin bedongen finale kwijting, moet worden uitgelegd conform het zogenoemde “Haviltex-criterium” (HR 2 april 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1948 inzake Havenga/Eemsmond). Dat houdt in concreto in dat niet alleen moet worden gekeken naar de tekst van de overeenkomst, maar ook naar de bedoelingen van partijen en naar de verwachtingen die zij over en weer hadden, althans mochten hebben. Feitelijk betekent dit dat van geval tot geval moet worden bekeken of het wel of niet de bedoeling van partijen was afstand te doen van een bepaalde claim. Dat een bonusaanspraak onder het begrip “salaris en overige emolumenten” valt is (onder meer) uitgemaakt in Rb. Amsterdam 30 december 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:9214.
Zieke werknemer moet verplicht meewerken aan re-integratie
door Ariens | 23 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer die ziek is, moet meewerken aan zijn re-integratie. Bij tegenwerking of weigering kunnen de consequenties serieus zijn, zoals ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Dat merkte deze automonteur. Hij is 11 jaar in dienst als hij zich
Tekortschietende bindend adviseur hoeft geen schadevergoeding te betalen
door Ariens | 23 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bindend adviseur moet de koopprijs van een supermarkt vaststellen. Het adviestraject duurt erg lang en de adviseur laat – anders dan afgesproken – na een transactiedatum vast te stellen. Voor een schadevergoeding voor de franchisenemer van deze
Bank mag coffeeshophouder zakelijke rekening niet weigeren
door Ariens | 16 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bank beëindigt de privérekening en de zakelijke rekeningen van een man die een coffeeshop heeft. Dat had niet gemogen, oordeelt het gerechtshof.
De man heeft al decennialang een privérekening bij een bank. Sinds 2003 had hij daar
Benadelingsverbod beschermt bonafide klokkenluider tegen ontbinding arbeidsovereenkomst
door Ariens | 16 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om
Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 8 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.
Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die
Wetsvoorstel tegen discriminatie op arbeidsmarkt strandt in Eerste Kamer
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel dat discriminatie op de arbeidsmarkt moet voorkomen op 26 maart 2024 verworpen. Er is twijfel over het effect van de wet en er wordt gevreesd voor te veel regeldruk voor bedrijven.
Het wetsvoorstel ‘Toezicht
Tussenpersoon was vertegenwoordigingsbevoegd
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Regelmatig doen bedrijven of instellingen zaken met elkaar via een tussenpersoon of vertegenwoordiger. De vraag is of deze een volmacht heeft om namens een partij op te treden, en of die partij gebonden is aan een overeenkomst die de
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort