mw. mr. N.C. Bouman-de Vos (Nicole) | 30 maart 2013
Baas over eigen nalatenschap in de EU?
Onder het huidige Nederlandse erfrecht heeft de erflater relatief veel testeervrijheid. Dit komt onder meer omdat de erflater anders dan vóór 2003 bij het maken van zijn uiterste wil (testament) niet meer rekening hoeft te houden met de sterke goederenrechtelijke positie van de legitimaris (het onterfde of het ontevreden kind), de legitimaris heeft nu alleen nog een geldaanspraak. Dit komt goed uit gezien het feit dat de zorg van de erflater in de praktijk vaak vooral uitgaat naar de belangen van de langstlevende echtgeno(o)t(e), hetgeen ook het uitgangspunt is in het wettelijke erfrecht (versterferfrecht). In andere landen binnen de EU kan het erfrecht echter anders zijn geregeld. Nederland kent samen met onder meer Duitsland het regime van de Germaanse/Scandinavische landen met een lichte legitieme regeling. De Romaanse landen, zoals België, kennen echter een zware goederenrechtelijke legitieme regeling waarin de legitimaris sterke eigendomsrechten heeft, maar er zijn ook Anglo-Amerikaanse landen die in het geheel geen recht op een legitieme portie (kindsdeel) kennen.
IPR
De verschillende landen hebben niet alleen ieder een eigen erfrecht , maar ook een eigen Internationaal Privaatrecht (IPR). In het geval van situaties met internationale kenmerken, zoals een erflater die een andere nationaliteit heeft dan dat van het land waar hij woont, goederen die in het buitenland liggen of erfgenamen woonachtig in het buitenland, bepaalt het IPR welk recht op de nalatenschap van toepassing is en welke rechter bevoegd is van een geschil kennis te nemen. In de praktijk achten nationale rechters zich al gauw bevoegd en mogen zij hun eigen recht toepassen. Het kan nu dus een kwestie zijn van wie van de partijen in een geschil het eerste naar een rechter stapt het in de hand kan hebben welk recht wordt toegepast. Aan deze praktijk komt binnenkort een einde.
Europese Erfrechtverordening
Per 17 augustus 2015 treedt de Europese Erfrechtverordening in werking. De verordening geldt voor de gehele EU met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. Deze verordening unificeert het IPR binnen Europa voor wat betreft het materiele erfrecht, de afwikkeling van de nalatenschap en de vorm van de uiterste wil. De verordening regelt voorts de bevoegde rechter, de rechtskeuze en introduceert de Europese Verklaring voor Erfrecht.
Het shoppen binnen de kring van rechters is straks niet meer mogelijk. Voor zowel de bevoegdheid van de rechter als het toepasselijke recht is van belang waar de erflater woonde op het moment van overlijden. Niet van belang is dus de woonplaats van de erfgenamen of de ligging van een of meer goederen. Ook de plaats van het opstellen van het testament is niet relevant.
De erflater is in zoverre dus min of meer baas over de eigen nalatenschap en het toepasselijke recht door zijn keuze voor zijn laatste woonplaats (uiteraard voor zover het overlijden voorzienbaar zou zijn). Anders dan onder het huidige Nederlandse IPR zijn er geen nadere voorwaarden verbonden aan de woonplaats zoals bijvoorbeeld een minimale periode van vestiging. De periode van vestiging kan overigens voor de fiscus wel van belang zijn. In het geval van emigratie van een Nederlandse erflater wordt de nalatenschap pas onttrokken uit de sfeer van de Nederlandse erfbelasting na een verblijf van 10 jaar in het buitenland.
Rechtskeuze
Daarnaast is de erflater bevoegd een rechtskeuze te maken voor het toepasselijke recht, welke keuze veelal wordt gedaan in het testament. De keuzemogelijkheden zijn wel beperkt tot ofwel het recht van de nationaliteit van de erflater ten tijde van het maken van de rechtskeuze ofwel de nationaliteit ten tijde van overlijden. Een partiele rechtskeuze voor bepaalde goederen is niet mogelijk, de keuze ziet op de gehele nalatenschap. NB onder het huidige Nederlandse IPR (Haags Erfrechtverdrag) zijn de keuzemogelijkheden breder en is het ook mogelijk te kiezen voor het recht van het land waar de erflater woont ten tijde van het maken van de rechtskeuze of ten tijde van het overlijden. Rechtsgeldig gemaakte rechtskeuzes op basis van het huidige IPR worden onder de verordening gerespecteerd mits ze wel voor 17 augustus 2015 zijn uitgebracht. Er moet dan ook goed worden uitgekeken bij het wijzigen van testamenten waarin eerdere testamenten geheel herroepen worden en waarbij dus mogelijk onbedoeld ook de gemaakte rechtskeuze komt te vervallen.
Door het op een juiste manier gebruik maken van een rechtskeuze zijn de Nederlandse testeermogelijkheden dus ook over de grens uit te voeren en kan de erflater, die bijvoorbeeld naar België is verhuisd om fiscale redenen, toch ondanks het legitimaris-vriendelijke regime in België de langstlevende echtgeno(o)t(e) beschermen. De bescherming van legitimarissen is geen regel van openbare orde, waardoor hier dwingend Belgisch recht opzij kan worden gezet door een rechtskeuze voor Nederlands recht.
Tot slot zij nog opgemerkt dat de erfgenaam ondanks de Europeanisering wel altijd gewoon in eigen land de nalatenschap (beneficiair) kan aanvaarden of verwerpen.
mw. mr. N.C. bouman-de vos (nicole)
familierecht | erfrecht | overeenkomstenrecht
Nicole is in 2005 in twee studies, Nederlands Recht en Notarieel Recht, afgestudeerd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Tijdens haar studie heeft zij bij een rechtswinkel gewerkt waar de liefde voor het vak is ontstaan. Sedert 2011 is zij werkzaam bij Ariëns Advocaten Amersfoort.
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Gedupeerden van mogelijke beleggingsfraude zien vele miljoenen verdampen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Enkele beleggers zien hun bij een vrouw in beheer gegeven miljoenen in rap tempo verdampen, nadat zij is gearresteerd op verdenking van onder meer oplichting. In kort geding eisen zij dat de Staat de vrouw tijdelijk weer laat handelen om de verliezen
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
Geen vereenzelviging van aandeelhouder met bv
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een leninggever leent een bedrag aan een besloten vennootschap (bv). Hij sluit ook een privélening met de directeur en enig aandeelhouder van deze bv. Bij die privélening wordt geen termijn voor terugbetaling afgesproken. Tegelijkertijd
Verwijtbaar gedrag tijdens ziekte kan ontbinding arbeidsovereenkomst in de weg staan
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer liegt en bedriegt. De werkgever wil van hem af. Maar omdat dit gedrag is vertoond tijdens zijn arbeidsongeschiktheid (depressie), geldt een opzegverbod. De man kan dan niet worden ontslagen.
Een werkgever vraagt de kantonrechter
Werkgever had voor re-integratie eerst mediation moeten proberen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 1 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werkgever wil dat een werknemer meewerkt aan zijn re-integratie na ziekte door een arbeidsconflict en vraagt de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden als de man weigert. Volgens de rechtbank Limburg had de werkgever hem echter eerst
Bedrijf mocht medewerker niet aanzetten tot overtreding anti-ronselbeding
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een anti-ronselbeding, dat vaker in arbeidsovereenkomsten staat, betekent dat een vertrokken werknemer oud-collega’s niet mag benaderen om ook over te stappen. Deze werknemer deed dat toch, en moet een boete betalen. Ook de nieuwe werkgever heeft
Politieke berichten van werknemer op LinkedIn geen reden voor ontslag
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer plaatst twee berichten op LinkedIn over het conflict tussen Hamas en Israël. De werkgever stuurt direct aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar handelt daarmee volgens de kantonrechter ‘ernstig verwijtbaar’.
Een vrouw werkt
Minderheidsaandeelhouders moeten ‘redelijke’ vergoeding krijgen voor hun aandelen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 20 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een meerderheidsaandeelhouder, die meer dan 95 procent van de aandelen houdt, kan minderheidsaandeelhouders dwingen hun aandelen over te dragen. Maar dan moeten zij wel een ‘reële en redelijke’ prijs krijgen. Dat is in deze zaak niet het geval.
Een
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort