mr. B. Cornelissen (Bernard) | 12 september 2014
Kantonrechter Utrecht anticipeert op inwerkingtreding WWZ
De inwerkingtreding van het nieuwe ontslagrecht op 1 juli 2015 (Wet Werk en Zekerheid oftewel WWZ) werpt reeds nu zijn schaduw vooruit. Op 1 september jl. oordeelde de Kantonrechter te Utrecht dat bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een statutair directeur van een woningbouwvereniging wegens een verstoorde arbeidsrelatie toepassing van een neutrale ontbindingsvergoeding niet opportuun is. Toekenning van een vergoeding conform de neutrale kantonrechtersformule zou leiden tot een bedrag dat veel hoger is dan het maximum-bedrag op grond van de Wet Normering Topinkomens (WNT). Ook op grond van de WWZ zou de vergoeding genormeerd zijn op maximaal een jaarsalaris, terwijl de neutrale ontbindingsvergoeding op het dubbele zou uitkomen. De Kantonrechter kent daarom een ontbindingsvergoeding toe van (slechts) € 180.000,– bruto (in plaats van bijna het dubbele!).
De feiten
Werknemer is vanaf 1993 in dienst van de woningbouwvereniging. Sinds 1996 is hij statutair directeur. Op 27 of 28 maart 2014 is werknemer een schriftelijke agenda overhandigd ten behoeve van een vergadering van de RvC op 4 april 2014. Op de agenda staat het ontslag van werknemer als directeur-bestuurder. Diverse gemeenten hebben aangegeven niet meer te willen samenwerken met werkgeefster om redenen die zijn gelegen in de persoon van werknemer. Op 2 april 2014 heeft werknemer kenbaar gemaakt dat hij zijn functie neerlegt. Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding die niet hoger is dan € 75.000 bruto. Zij heeft het vertrouwen in werknemer als directeur-bestuurder verloren. Verschillende gemeenten hebben de samenwerking met werkgeefster beëindigd. Daarnaast is gebleken dat werknemer een angstcultuur heeft gecreëerd onder het personeel.
Oordeel Kantonrechter Utrecht
De Utrechtse Kantonrechter stelt allereerst vast dat werknemer als bestuurder is teruggetreden, en dat hij dit in de openbaarheid heeft gebracht. Hij was op dat moment voorzien van de bijstand van een advocaat (zij het een andere dan zijn huidige advocaat). Nu verder voldoende vaststaat dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst met werknemer, zonder dat hij weer als bestuurder van werkgeefster wordt benoemd, geen optie is (geen van partijen heeft een andersluidend standpunt ingenomen), dient het ontbindingsverzoek te worden toegewezen. Partijen zijn het erover eens dat op de arbeidsovereenkomst de WNT van toepassing is. Bij de vaststelling van de ontbindingsvergoeding is de Kantonrechter echter op zichzelf niet aan de in de WNT genoemde maxima gebonden (art. 1.6 lid 2 WNT). Verder stelt de Kantonrechter vast dat het salaris van werknemer niet meer bedraagt dan de volgens de WNT toegestane maximale bezoldiging. Alle omstandigheden meegewogen, kan aan beide partijen van het ontstaan van de huidige situatie een verwijt worden gemaakt. Gelet op de lange duur van het dienstverband en het hoge salaris van werknemer, is vaststelling van de toe te kennen vergoeding aan de hand van de kantonrechtersformule in dit geval niet opportuun. Zo zou een vergoeding met C=1 leiden tot een bedrag van ruim € 300.000 ,– bruto. Dit bedrag is vele malen hoger dan het maximumbedrag van artikel 2.10 lid 1 WNT. Het zou tevens neerkomen op ongeveer het dubbele van een jaarinkomen, waarmee het sterk zou uitstijgen boven het bedrag dat na de inwerkingtreding van de WWZ (de Kantonrechter gaat abusievelijk uit van 15 juli 2015 in plaats van 1 juli 2015 als datum van inwerkingtreding) in een geval als het onderhavige toegekend zal kunnen worden. Aangenomen mag worden dat deze in de toekomst toepasselijke normering ook weergeeft hetgeen thans maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. De discussie rondom de hoogte van beëindigingsvergoedingen in het algemeen (en die van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector in het bijzonder) en de invoering van de WNT en de WWZ zal niet aan werknemer zijn ontgaan. Hij heeft er daarom rekening mee kunnen houden dat bij een eventuele beëindiging van het dienstverband de beëindigingsvergoeding lager zou uitvallen dan in de voorgaande periode het geval zou zijn geweest. Het wordt billijk geacht een vergoeding toe te kennen waarbij werknemer geen inkomensachteruitgang zal ondervinden gedurende (ongeveer) twee jaar. Daarbij wordt wel rekening gehouden met de WW-uitkering en de omstandigheid dat werknemer vanaf begin april 2014 vrijgesteld is van het verrichten van werkzaamheden terwijl zijn loon wordt doorbetaald. De Kantonrechter kent werknemer een vergoeding toe van € 180.000,– bruto.
mr. B. Cornelissen (bernard)
arbeidsrecht | ondernemingsrecht | overeenkomstenrecht
Na een aantal jaren bij een grote rechtsbijstandverzekeraar te hebben gewerkt, is Bernard in 1998 overgestapt naar de advocatuur. Hij heeft zich gespecialiseerd in het arbeidsrecht in al haar facetten en heeft de postdoctorale Grotius Opleiding Arbeidsrecht cum laude afgerond.
Zieke werknemer moet verplicht meewerken aan re-integratie
door Ariens | 23 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer die ziek is, moet meewerken aan zijn re-integratie. Bij tegenwerking of weigering kunnen de consequenties serieus zijn, zoals ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Dat merkte deze automonteur. Hij is 11 jaar in dienst als hij zich
Tekortschietende bindend adviseur hoeft geen schadevergoeding te betalen
door Ariens | 23 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bindend adviseur moet de koopprijs van een supermarkt vaststellen. Het adviestraject duurt erg lang en de adviseur laat – anders dan afgesproken – na een transactiedatum vast te stellen. Voor een schadevergoeding voor de franchisenemer van deze
Bank mag coffeeshophouder zakelijke rekening niet weigeren
door Ariens | 16 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bank beëindigt de privérekening en de zakelijke rekeningen van een man die een coffeeshop heeft. Dat had niet gemogen, oordeelt het gerechtshof.
De man heeft al decennialang een privérekening bij een bank. Sinds 2003 had hij daar
Benadelingsverbod beschermt bonafide klokkenluider tegen ontbinding arbeidsovereenkomst
door Ariens | 16 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om
Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 8 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.
Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die
Wetsvoorstel tegen discriminatie op arbeidsmarkt strandt in Eerste Kamer
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel dat discriminatie op de arbeidsmarkt moet voorkomen op 26 maart 2024 verworpen. Er is twijfel over het effect van de wet en er wordt gevreesd voor te veel regeldruk voor bedrijven.
Het wetsvoorstel ‘Toezicht
Tussenpersoon was vertegenwoordigingsbevoegd
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Regelmatig doen bedrijven of instellingen zaken met elkaar via een tussenpersoon of vertegenwoordiger. De vraag is of deze een volmacht heeft om namens een partij op te treden, en of die partij gebonden is aan een overeenkomst die de
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort