mw. mr. K. Schepers (Kim) | 23 mei 2017
Vakantiegeld in aantocht!
De meeste werknemers ontvangen ieder jaar in mei de door hen opgebouwde vakantiebijslag, in het dagelijks spraakgebruik ook wel ‘het vakantiegeld’ genoemd.
Het antwoord op veel gestelde vragen met betrekking tot het vakantiegeld.
1.Over welke bestanddelen van het loon is de vakantiebijslag verschuldigd?
Op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna: WMM) heeft een werknemer jegens de werkgever een wettelijk recht op het ontvangen van een bijslag op het aan de werknemer toekomende loon, de vakantiebijslag (artikel 15 lid 1 WMM).
De wetgever heeft deze regeling aan het einde van de vorige eeuw in de wet opgenomen om de werknemer tegemoet te komen in de kosten die de vakantie van de werknemer met zich meebrengt. Werknemers worden hierdoor gestimuleerd om hun vakantiedagen te gebruiken om daadwerkelijk op vakantie te gaan en om daarna weer uitgerust op hun werkplek terug te keren.
Het door de werknemer te ontvangen bedrag aan vakantiebijslag wordt berekend als een percentage van het brutoloon van de werknemer. Dit percentage dient volgens de WMM minimaal 8% te bedragen (artikel 15 lid 1 WMM). Voor de vaststelling van de hoogte van de vakantiebijslag is het daarom van belang om te weten welke verdiensten van de werknemer precies vallen onder het begrip ‘loon’ uit de WMM.
Volgens de WMM kwalificeren incidentele betalingen niet als loon. Zo wordt bij de berekening van de vakantiebijslag geen rekening gehouden met verdiensten uit overwerk, winstuitkeringen, uitkeringen bij bijzondere gelegenheden (bijvoorbeeld jubileumuitkeringen), van het behaalde bedrijfsresultaat afhankelijk gestelde eindejaarsuitkeringen en (on)kostenvergoedingen (artikel 6 lid 1 WMM).
Over een door de werknemer te ontvangen vaste maandelijkse provisie is de vakantiebijslag wel verschuldigd. Deze valt dus wel onder het loonbegrip van de WMM. Dit geldt ook voor de door de werknemer te ontvangen ploegentoeslag of onregelmatigheidstoeslag en een vaste, (dat wil zeggen in de arbeidsovereenkomst overeengekomen) 13e maand. Daarnaast is de vakantiebijslag ook verschuldigd over de uitbetaling van de door de werknemer opgebouwde en niet genoten vakantiedagen.
2.Geldt er een maximum voor de door de werkgever verschuldigde vakantiebijslag?
Op grond van de WMM heeft de werknemer recht op minimaal 8% vakantiebijslag over het brutoloon (hierboven is uiteengezet wat onder ‘loon’ wordt verstaan) tot en met het drievoud van het minimumloon.
Partijen kunnen in de arbeidsovereenkomst afwijkende afspraken maken en overeenkomen dat de werknemer over het gehele loon, dus ook voor zover dit meer zou bedragen dan driemaal het wettelijk minimum, aanspraak heeft op vakantiebijslag. Ook uit een CAO kan een dergelijke regeling volgen.
Indien partijen geen afwijkende afspraken hebben gemaakt en op grond van een eventueel op de arbeidsovereenkomst van toepassingen zijnde CAO ook geen afwijkende bepalingen gelden, dan geldt de hoofdregel en wordt de vakantiebijslag gemaximeerd tot een bedrag dat gelijk is aan driemaal het op dat moment geldende minimumloon.
3.Op welk tijdstip moet de vakantiebijslag door de werkgever aan de werknemer worden uitbetaald?
Gebruikelijk is dat de vakantiebijslag ieder jaar in mei aan de werknemer wordt uitbetaald. De WMM bepaalt dat de vakantiebijslag in de maand juni van elk kalenderjaar door de werknemer kan worden opgeëist (artikel 17 lid 1 WMM). Het opeisbare bedrag aan vakantiebijslag ziet op de periode vanaf 1 juni van het voorgaande kalenderjaar tot en met 31 mei van het huidige kalenderjaar. De vakantiebijslag die de werknemer deze maand (mei 2017) ontvangt ziet derhalve op de periode vanaf 1 juni 2016 tot en met 31 mei 2017.
Indien een werknemer maar een gedeelte van het jaar in dienst is geweest bij de werkgever, de werknemer is bijvoorbeeld op 1 december 2016 bij de werkgever in dienst getreden, heeft hij vanzelfsprekend alleen recht op vakantiebijslag over de maanden waarin hij bij de werkgever in dienst was en van de werkgever loon heeft ontvangen.
Werkgever en werknemer kunnen in de arbeidsovereenkomst afwijkende afspraken maken over het moment van uitbetaling van de vakantiebijslag. Zo kan in de arbeidsovereenkomst worden opgenomen dat de vakantiebijslag maandelijks aan de werknemer wordt uitbetaald. Ook kunnen uit een op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde CAO afwijkende bepalingen volgen. Wel geldt dat de werkgever de opgebouwde vakantiebijslag minimaal eenmaal per kalenderjaar aan de werknemer moet uitbetalen (artikel 17 lid 2 WMM).
Indien partijen geen afwijkende afspraken maken in de arbeidsovereenkomst en er ook in de cao (voor zover deze van toepassing is op de arbeidsovereenkomst) geen afwijkende bepalingen staan, geldt automatisch de hoofdregel (artikel 17 lid 2 WMM).
Als de arbeidsovereenkomst voor 1 juni van een bepaald kalenderjaar wordt beëindigd, moet de werkgever aan de werknemer het bedrag aan vakantiebijslag betalen waar de werknemer op dat moment recht op heeft (artikel 17 lid 3 WMM).
4.Ziekte
Ook werknemers die wegens ziekte niet in staat zijn om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten hebben recht op de vakantiebijslag. De vakantiebijslag wordt, zoals hierboven al is opgemerkt, berekend als een percentage van minimaal 8% over het door de werknemer ontvangen brutoloon.
Het kan zijn dat een werknemer na één jaar ziekte 70% ontvangt van zijn reguliere brutoloon. De zieke werknemer ontvangt in deze periode dan een bedrag aan vakantiebijslag dat gelijk is aan 8% van 70% van het in deze ziekteperiode ontvangen loon.
Vragen
Voor vragen over de vakantiebijslag kunt u direct contact opnemen met mr. K. Schepers (033-463 77 27. Mailen kan natuurlijk ook naar: k.schepers@ariensadvocaten.nl
mw. mr. K.L.M. Kremer (kim)
Zieke werknemer moet verplicht meewerken aan re-integratie
door Ariens | 23 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer die ziek is, moet meewerken aan zijn re-integratie. Bij tegenwerking of weigering kunnen de consequenties serieus zijn, zoals ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Dat merkte deze automonteur. Hij is 11 jaar in dienst als hij zich
Tekortschietende bindend adviseur hoeft geen schadevergoeding te betalen
door Ariens | 23 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bindend adviseur moet de koopprijs van een supermarkt vaststellen. Het adviestraject duurt erg lang en de adviseur laat – anders dan afgesproken – na een transactiedatum vast te stellen. Voor een schadevergoeding voor de franchisenemer van deze
Bank mag coffeeshophouder zakelijke rekening niet weigeren
door Ariens | 16 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bank beëindigt de privérekening en de zakelijke rekeningen van een man die een coffeeshop heeft. Dat had niet gemogen, oordeelt het gerechtshof.
De man heeft al decennialang een privérekening bij een bank. Sinds 2003 had hij daar
Benadelingsverbod beschermt bonafide klokkenluider tegen ontbinding arbeidsovereenkomst
door Ariens | 16 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om
Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 8 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.
Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die
Wetsvoorstel tegen discriminatie op arbeidsmarkt strandt in Eerste Kamer
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel dat discriminatie op de arbeidsmarkt moet voorkomen op 26 maart 2024 verworpen. Er is twijfel over het effect van de wet en er wordt gevreesd voor te veel regeldruk voor bedrijven.
Het wetsvoorstel ‘Toezicht
Tussenpersoon was vertegenwoordigingsbevoegd
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Regelmatig doen bedrijven of instellingen zaken met elkaar via een tussenpersoon of vertegenwoordiger. De vraag is of deze een volmacht heeft om namens een partij op te treden, en of die partij gebonden is aan een overeenkomst die de
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort