14 oktober 2014
Wettelijke algehele gemeenschap van goederen; hoe lang nog?
Echtgenoten die trouwen zonder huwelijkse voorwaarden te maken zijn van rechtswege gehuwd in gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alle bezittingen en schulden van beide echtgenoten (behoudens de zogenaamde verknochte goederen en goederen die met een uitsluitingsclausule krachtens erfenis of schenking zijn verkregen) gemeenschappelijk zijn en bij echtscheiding 50-50 moeten worden verdeeld. Dit wettelijke stelsel van de algehele gemeenschap van goederen geldt al sedert de invoering van het eerste Burgerlijk Wetboek in 1838.
Er gaan echter steeds meer stemmen op om de algehele wettelijke gemeenschap van goederen te beperken, omdat het tot onredelijke uitkomsten zou leiden en met name door de niet christelijke politieke partijen niet meer van deze tijd wordt geacht.
Al in 2003 werd een wetsvoorstel ingediend dat inhield dat bezittingen en schulden die voor het huwelijk waren verkregen en alles wat krachtens erfenis en schenking was verkregen buiten de gemeenschap van goederen zou blijven. Dat voorstel is echter geen wet geworden. Onder invloed van de christelijke partijen in het parlement werd het wetsontwerp zodanig gewijzigd dat de wettelijke gemeenschap van goederen onverkort bleef gehandhaafd.
In juli van dit jaar is door opnieuw een soortgelijk wetsvoorstel tot beperking van de gemeenschap van goederen ingediend bij de Tweede Kamer. Volgens dit voorstel blijven net als in het wetsvoorstel van 2003 voorhuwelijkse verkrijgingen (bezittingen en schulden) en verkrijgingen krachtens erfenis en schenking buiten de gemeenschap van goederen. Ook alle hieruit verkregen vruchten vallen niet in de gemeenschap van goederen.
Dit laatste geldt echter weer niet voor de winsten en verliezen van een onderneming die door een van de echtgenoten vóór het huwelijk is opgericht. Die vallen wel in de gemeenschap, echter alleen “voor zo ver dat in het maatschappelijk verkeer als redelijk wordt beschouwd”. Wat hieronder moet worden verstaan is volstrekt onduidelijk en zal dus van geval tot geval moeten worden bepaald. Als het voorstel ongewijzigd zal worden aanvaard zal deze bepaling ongetwijfeld gaan leiden tot heel veel onzekerheid en een stortvloed van werk voor advocaten en rechters.
Ook in rechterlijke uitspraken wordt de laatste tijd geknabbeld aan de algehele gemeenschap van goederen. Dit omdat de effecten daarvan in bijzondere situaties door de rechter in strijd met redelijkheid en billijkheid worden geacht. Er moet dan wel sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden.
Zo heeft de Hoge Raad in 2012 (HR 30 maart 2012, BV1749) beslist dat schulden die door de man vóór het huwelijk waren aangegaan alleen voor zijn rekening dienden te blijven, omdat partijen niet of nauwelijks hadden samengewoond, geen gemeenschappelijke huishouding hadden gevoerd, de vrouw niet van het bestaan van die schulden op de hoogte was en de man de gelden had gebruikt voor de aankoop van auto’s of onroerend goed in Marokko.
In maart van dit jaar besliste het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (13 maart 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2472) dat een schuld die de man bij zijn zus was aangegaan alleen voor zijn rekening moest blijven, omdat hij die schuld was aangegaan zonder overleg met de vrouw en in een periode dat partijen niet meer samenwoonden en geen gemeenschappelijke huishouding meer voerden. Alleen als de man alsnog zou aantonen dat de schuld was aangegaan om gemeenschappelijke schulden af te lossen zou dit anders zijn.
Deze uitspraken hebben echter alleen effect voor de interne verhoudingen tussen de man en de vrouw. Tegenover de schuldeisers blijft de ander op grond van de wettelijke gemeenschap goederen volledig aansprakelijk.
Het ziet er naar uit dat het wettelijke stelsel van de algehele gemeenschap van goederen zijn langste tijd wel heeft gehad. Eenvoudiger zal het er echter niet door worden. Veel gevolgen van de komende wetswijzigingen zullen in rechterlijke uitspraken moeten worden uitgewerkt.
NB: het bovenstaande is mutatis mutandis van toepassing op het geregistreerd partnerschap.
Zieke werknemer moet verplicht meewerken aan re-integratie
door Ariens | 23 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer die ziek is, moet meewerken aan zijn re-integratie. Bij tegenwerking of weigering kunnen de consequenties serieus zijn, zoals ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Dat merkte deze automonteur. Hij is 11 jaar in dienst als hij zich
Tekortschietende bindend adviseur hoeft geen schadevergoeding te betalen
door Ariens | 23 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bindend adviseur moet de koopprijs van een supermarkt vaststellen. Het adviestraject duurt erg lang en de adviseur laat – anders dan afgesproken – na een transactiedatum vast te stellen. Voor een schadevergoeding voor de franchisenemer van deze
Bank mag coffeeshophouder zakelijke rekening niet weigeren
door Ariens | 16 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een bank beëindigt de privérekening en de zakelijke rekeningen van een man die een coffeeshop heeft. Dat had niet gemogen, oordeelt het gerechtshof.
De man heeft al decennialang een privérekening bij een bank. Sinds 2003 had hij daar
Benadelingsverbod beschermt bonafide klokkenluider tegen ontbinding arbeidsovereenkomst
door Ariens | 16 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om
Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 8 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.
Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die
Wetsvoorstel tegen discriminatie op arbeidsmarkt strandt in Eerste Kamer
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel dat discriminatie op de arbeidsmarkt moet voorkomen op 26 maart 2024 verworpen. Er is twijfel over het effect van de wet en er wordt gevreesd voor te veel regeldruk voor bedrijven.
Het wetsvoorstel ‘Toezicht
Tussenpersoon was vertegenwoordigingsbevoegd
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 2 april 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Regelmatig doen bedrijven of instellingen zaken met elkaar via een tussenpersoon of vertegenwoordiger. De vraag is of deze een volmacht heeft om namens een partij op te treden, en of die partij gebonden is aan een overeenkomst die de
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort