mw. mr. M. Hille Ris Lambers (Margriet) | 12 maart 2014
Update Wet Werk en Zekerheid
Het wetsvoorstel Werk en Zekerheid is op 18 februari 2014 door de Tweede Kamer aangenomen met opmerkelijk weinig wijzigingen. Op dit moment is het nog niet bekend wanneer de Eerste Kamer het wetsvoorstel gaat behandelen. Op 8 april 2014 zal in de Eerste Kamercommissie voor SZW het voorbereidend onderzoek plaatsvinden.
De wijzigingen die inmddels zijn aangebracht zijn de navolgende.
Flexibele arbeidsrelaties
De nieuwe ketenregeling (artikel 668a BW) zal pas per 1 juli 2015 in werking treden. Aanvankelijk zou dit al per 1 juli 2014 gebeuren. Alle andere bepalingen betreffende de flexibele arbeidsrelaties zullen wel vanaf 1 juli 2014 van kracht zijn. Zie hiervoor ons artikel d.d. 11 februari 2014.
Ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel is ten aanzien van de ketenregeling het overgangsrecht aangepast. Op de arbeidsovereenkomsten aangegaan op of na 1 juli 2015 wordt het nieuwe recht van toepassing, tenzij er een CAO van toepassing is waarvoor overgangsrecht geldt. De oude wetsartikelen blijven van toepassing als er op 1 juli 2015 een CAO gold waarin toepassing gegeven is aan de afwijkingsmogelijkheden in die bepalingen. Dit blijft zo gelden tot de expiratiedatum van de CAO, maar in ieder geval maximaal een jaar, derhalve tot 1 juli 2016. Dit was aanvankelijk een periode van anderhalf jaar.
Een andere wijziging met betrekking tot de ketenregeling is dat het voor de vraag of er sprake is van opvolgend werkgeverschap niet langer relevant is of de werkgever bij wie de werknemer in dienst treedt inzicht heeft in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer (het proeftijd criterium uit het Van Tuinen arrest). Dit betekent een breuk met de huidige Hoge Raad rechtspraak.
Transitievergoeding
Er is een nieuw artikel ingevoerd: artikel 7:673 d BW. Dit artikel bepaalt dat voor werknemers van kleine bedrijven (maximaal 25 werknemers) bij de berekening van de transitievergoeding de dienstjaren van de werknemer voor 1 mei 2013 buiten beschouwing blijven. Deze bepaling zal gelden tot 2020. Maar: dit geldt uitsluitend indien het gaat om een ontslag op bedrijfseconomische gronden dat is ingegeven door de slechte financiële omstandigheden waarin de werkgever verkeert.
Beëindigingsovereenkomst en bedenktermijn
Op grond van artikel 7:670 b BW had de werknemer in het oorspronkelijke wetsvoorstel de mogelijkheid om binnen twee weken nadat hij met de werkgever een beëindigingsovereenkomst had gesloten deze middels een aan de werkgever gerichte schriftelijke verklaring (zonder opgave van redenen) te herroepen.
Aan dit artikel zijn een aantal bepalingen toegevoegd. De beëindigingsovereenkomst dient nu schriftelijk te zijn aangegaan. De werkgever heeft een informatieplicht, hij moet de werknemer er schriftelijk in de overeenkomst of binnen twee dagen nadat de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met de opzegging van de arbeidsovereenkomst (als bedoelt in artikel 7:671 en artikel 7:670a lid 2 BW) op wijzen dat hij een bedenktermijn heeft van twee weken. Doet hij dit niet: dan geldt er een bedenktermijn van drie weken.
Voor alle duidelijkheid: er geldt dus zowel een bedenktermijn na het sluiten van een beëindigingsovereenkomst als in de situatie dat de werknemer instemt met de opzegging van de werkgever. In het eerste geval kan de werknemer de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden, in de tweede situatie kan hij zijn instemming herroepen.
In tegenstelling tot het oorspronkelijke wetsvoorstel kan de werknemer niet onbeperkt telkens de beëindigingsovereenkomst ontbinden of herroepen. Indien binnen zes maanden na de ontbinding van de overeenkomst of herroeping van zijn instemming met de opzegging de werknemer weer een nieuwe beëindigingsovereenkomst voorgelegd krijgt of de werkgever opnieuw de arbeidsovereenkomst opzegt, kan de werknemer zich niet nogmaals op zijn bedenktijd beroepen.
Meer weten?
Wilt u meer weten over het wetsvoorstel Werk en Zekerheid? U kunt ons zowel telefonisch als per e-mail bereiken.
mw. mr. M. Hille Ris Lambers (margriet)
arbeidsrecht | overeenkomstenrecht
Margriet heeft gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht, richting privaatrecht en is beëdigd als advocaat in 2003. Margriet kan u op heldere en deskundige wijze bijstaan bij alle geschillen en vraagstukken op het gebied van arbeidsrecht voor zowel ondernemers als particulieren.
Bestuurders niet aansprakelijk voor schade wegens non-conformiteit mondmaskers
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Tijdens de coronacrisis aan de Nederlandse Staat geleverde mondmaskers blijken non-conform. De Staat wil dat de leverancier ruim € 43 miljoen terugbetaalt, maar dat gebeurt niet. De Staat stelt de bestuurders van de leverancier aansprakelijk
Concurrentiebeding wordt ingeperkt
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 25 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een concurrentiebeding staat vaak standaard in arbeidsovereenkomsten – zelfs als van bescherming van de concurrentiepositie van het bedrijf geen sprake is. Dat belemmert werknemers om makkelijk over te stappen. Daarom wil de regering de mogelijkheden
Gedupeerden van mogelijke beleggingsfraude zien vele miljoenen verdampen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Enkele beleggers zien hun bij een vrouw in beheer gegeven miljoenen in rap tempo verdampen, nadat zij is gearresteerd op verdenking van onder meer oplichting. In kort geding eisen zij dat de Staat de vrouw tijdelijk weer laat handelen om de verliezen
Verzoek tot wedertewerkstelling afgewezen; beide partijen schuldig aan conflict
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 19 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank
Geen vereenzelviging van aandeelhouder met bv
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een leninggever leent een bedrag aan een besloten vennootschap (bv). Hij sluit ook een privélening met de directeur en enig aandeelhouder van deze bv. Bij die privélening wordt geen termijn voor terugbetaling afgesproken. Tegelijkertijd
Verwijtbaar gedrag tijdens ziekte kan ontbinding arbeidsovereenkomst in de weg staan
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 12 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer liegt en bedriegt. De werkgever wil van hem af. Maar omdat dit gedrag is vertoond tijdens zijn arbeidsongeschiktheid (depressie), geldt een opzegverbod. De man kan dan niet worden ontslagen.
Een werkgever vraagt de kantonrechter
Werkgever had voor re-integratie eerst mediation moeten proberen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 1 maart 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werkgever wil dat een werknemer meewerkt aan zijn re-integratie na ziekte door een arbeidsconflict en vraagt de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden als de man weigert. Volgens de rechtbank Limburg had de werkgever hem echter eerst
Bedrijf mocht medewerker niet aanzetten tot overtreding anti-ronselbeding
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een anti-ronselbeding, dat vaker in arbeidsovereenkomsten staat, betekent dat een vertrokken werknemer oud-collega’s niet mag benaderen om ook over te stappen. Deze werknemer deed dat toch, en moet een boete betalen. Ook de nieuwe werkgever heeft
Politieke berichten van werknemer op LinkedIn geen reden voor ontslag
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 27 februari 2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid | 0 reacties
Een werknemer plaatst twee berichten op LinkedIn over het conflict tussen Hamas en Israël. De werkgever stuurt direct aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar handelt daarmee volgens de kantonrechter ‘ernstig verwijtbaar’.
Een vrouw werkt
Minderheidsaandeelhouders moeten ‘redelijke’ vergoeding krijgen voor hun aandelen
door mr. H.C.J. Coumou (Hajo) | 20 februari 2024 | Ondernemingsrecht | 0 reacties
Een meerderheidsaandeelhouder, die meer dan 95 procent van de aandelen houdt, kan minderheidsaandeelhouders dwingen hun aandelen over te dragen. Maar dan moeten zij wel een ‘reële en redelijke’ prijs krijgen. Dat is in deze zaak niet het geval.
Een
CONTACTGEGEVENS
Ariëns Advocaten Amersfoort
E info@ariensadvocaten.nl
T (033) 463 77 27
F (033) 461 51 40
Adres
Stadsring 75
3811 HN Amersfoort