Ontslag op staande voet wegens hap uit donut

Feiten
Werkneemster is sinds 2000 in dienst bij een supermarkt als verkoop-/kassamedewerkster. De supermarkt heeft een huishoudelijk reglement waarin onder meer regels zijn opgenomen over het gebruik van producten uit de winkel en diefstal. In de periode van februari 2015 tot en met december 2016 heeft werkneemster drie schriftelijke waarschuwingen gehad wegens het overtreden van regels uit het huishoudelijk reglement.
Bij brief d.d. 20 januari 2017 wordt werkneemster per direct geschorst en op 23 januari 2017 op staande voet ontslagen wegens het zich zonder toestemming toe-eigenen en nuttigen van een donut van de supermarkt.
Werkgever verzoekt vervolgens de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met werkneemster (voorwaardelijk) te ontbinden, voor het geval het ontslag op staande voet vernietigd wordt. Werkneemster doet een tegenverzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet.

De procedure
Vast komt te staan dat werkneemster op 17 januari 2017 in het magazijn van de supermarkt een hap genomen heeft uit een donut. De donut maakte deel uit van een partij die na afloop van de werkdag weggegooid werd, omdat de donuts niet langer houdbaar waren. De kantonrechter stelt vast dat werkneemster door het nemen van een hap uit de donut op grove wijze haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, in het bijzonder de huisregels van de werkgever, geschonden heeft. Er is met name sprake van een grove schending van verplichtingen omdat werkneemster al een aantal keren gewaarschuwd was wegens overtreding van de huisregels. Gezien de aard van de onderneming van werkgever, een supermarkt, heeft werkgever er alle belang bij om door het strikt handhaven van huisregels fraude en diefstal tegen te gaan.

Ontslag op staande voet
Ontslag op staande voet vindt de rechter toch een stap te ver. Gelet op de persoonlijke en financiële gevolgen voor werkneemster en de overige omstandigheden, acht hij dit niet gerechtvaardigd. Er wordt rekening gehouden met het feit dat werkneemster al 17 jaar in dienst is en gekort zal worden op haar bijstandsuitkering, hetgeen voor haar als alleenstaande ouder ingrijpende gevolgen heeft.

Ontbinding
De kantonrechter vindt dat er wel sprake is van een redelijke grond voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst, de werkneemster heeft zich schuldig gemaakt aan verwijtbaar handelen of nalaten. Door het nemen van de hap uit de donut heeft zij op grove wijze de huisregels van de supermarkt geschonden, terwijl zij bekend was met het strikte beleid op dat punt. Omdat er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten ligt herplaatsing niet in de rede.
In de praktijk levert een dringende reden vaak ernstig verwijtbaar handelen of nalaten op, maar dit is zeker niet altijd het geval. De beide begrippen moeten onderscheiden worden.

Toch een (gedeeltelijk) transitievergoeding
Omdat er geoordeeld is dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten heeft werkneemster volgens de wet in principe geen recht op een transitievergoeding. Hierop bestaat echter een uitzondering. Als het geheel vervallen van het recht op een transitievergoeding onder bepaalde omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan de rechter toch een transitievergoeding toekennen.
De omstandigheden die worden meegewogen zijn de volgende: de fout was een eenmalige, de eerdere waarschuwingen zagen op andere schendingen van de huisregels toe, werkneemster was 17 jaar in dienst, de ontbinding zal gevolgen hebben voor de inkomenssituatie van werkneemster als alleenstaande ouder en gezien haar eenzijdige arbeidsverleden zal zij niet makkelijk een andere vergelijkbare baan vinden.
Het onder deze omstandigheden helemaal laten vervallen van de transitievergoeding wordt door de rechter in strijd met de redelijkheid en billijkheid geacht. Daarom is de kantonrechter van mening dat toekenning van 50% van de transitievergoeding hier op zijn plaats is.

NB. Lees binnenkort meer over het ontslag op staande voet in onze nieuwe Whitepaper op onze site.